KAPEL MOLENHEIDESTRAAT IS 120 JAAR OUD

 

Het is eerder toevallig , tijdens een wandeling, dat ik tot de bevinding kwam dat

deze kapel 120 jaar "oud" geworden is. Ik vond het niet meer dan mijn plicht, als voorzitter van de Dorpsraad van Wolfsdonk, om ervoor te zorgen dat deze kapel voor het nageslacht zou bewaard blijven.  Niettegenstaande hulp aangeboden door de Provincie Brabant, verkoos de eigenaar deze werken zelf uit te voeren'.

         

 

 In de archieven van Z.E.H.Pastoor Fonteyn vonden we volgende alinea’s over dit kapelleke…. 

 

Oorspronkelijk werd dit (Maria) beeld op "ne staak geplaatst”, maar in 1894 werd door de vader van Frans (Sus) Wuyts, die in de nabijheid woonde, een kapel gemetst, waarin hij door Louis Verreycken, oom van Charel Verreycken ( neven Frans Wuyts), en door Frans (Sus) Verreycken, man van Paulien Janssens van de Heide, geholpen werd.  De mos werd van de eiken bomen geplukt en de keitjes op het treinspoor geraapt. Het geheel heeft schier niets gekost, tenzij het dak en daarbij nog 20 frank voor de deur.  Het weinige dat er te betalen viel, werd bijeengebracht door de enkele gezinnen die er rond woonden.  Of het ontstaan een godsdienstige, godvruchtige (beweeg)reden had, weet Frans Wuyts niet te zeggen.

 

 

In het boek "de kleine huisjes van Aarschot” vonden we volgende teksten…

 

Volgens gegevens die wij terugvonden dateert de kapel van 1894. Op diezelfde plaats zou in het verleden reeds een kapel gestaan hebben, die zou dateren van 1822 of vroeger.

Marie Theys (geboren in 1912) speelde als kind met de buurkinderen rond de kapel. Zij vertelde ons dat de bouw van de huidige kapel het resultaat is van de samenwerking van verschillende jonkmannen uit de buurt.  Ze werd gebouwd op grond van Wannes Verreycken.  Jef Wuyts (geboren in 1856 en overleden in 1904), grootvader van Miene en Marie Wuyts, bouwde de kapel.  Hij werd daarbij gediend door Johannes Thijs.   Louis en Wannes Verreycken kwamen ook al eens handje toesteken. Wannes nam de taak op zich om éénmaal per jaar de kapel te witten.  Dit werk werd nadien overgenomen door Roos Vervoort, de vrouw van Johannes Theys, en moeder van Marie Theys.   Dochter Marie nam het op haar beurt in 1949 over van haar moeder.  Nu nog strooit Marie elke zondagmorgen met wit zand AVE MARIA op de grond, voor de kapel, en zij brandt er een noveenkaars.

Vanaf 19 maart (naamfeest van Sint Jozef), werden elke zondag, ten huize van Jef Verreycken, papieren roosjes gemaakt van dun gekleurd papier en ijzerdraad. Zo’n rooosjeskrans hing men dan op de vooravond van 1 mei over het Mariabeeld, terwijl het "joenk” volk met carbuur schoot.  Elke dag van de meimaand bad Roos ’s avonds een rozenhoedje voor, aan de kapel.

 

Maria Verreycken, zus van Jef is tweede kapelbewaarster.  Nog steeds wordt de kapel aan de binnenkant door haar gekuist. Haar moeder, Elisa Salaets, zorgde er destijds voor dat de kapel een nieuwe vloer en een nieuwe deur kreeg.

In een krantenartikel vonden we terug dat de vele mozaieksteentjes in de kapel, voornamelijk komen "uit de groef”.  Dit verwijst naar de steengroeve die in 1597 reeds vermeld wordt  wegens ontginningen van ijzerzandsteen voor ondermeer de kerken van Langdorp, Messelbroek en Zichem.  De twee beeldjes in de kapel werden wellicht meegebracht door seizoensarbeiders die in Wallonie werkten.  Rond 1992 werd het OLV BEELD herschilderd door Jos Van Hoovels.

Ter gelegenheid van de honderdste verjaardag werd op 30 april 1994 een kaarskensprocessie gehouden met carbuurschieten.  Een paar maanden later, op vrijdag 12 augustus, werd het dak door een draaiende vrachtwagen opgetild en enkele centimeters naar achteren geduwd. Ten gevolge hiervan werd een groot stuk van de muur aan de achterzijde weggeduwd en vertoonden de voorgevel en het interieur een aantal barsten.  De schade werd hersteld door Jef Verreycken en het kapelleke kreeg een nieuwe schilderbeurt voor de herinwijding in mei 1995.  De herstellingen gebeurden echter niet met leem.  Om dergelijke ongevallen te vermijden werden voor de kapel "amsterdammetjes” geplaatst.  Sinds deze feesten wordt er terug meer geofferd, vertelde Maria Verreycken.  Op één jaar tijd werd er zo’n 1000 frank door de offergleuf gestoken.