OP STAP MET 3 PAROCHIES

UITSTAP MET DE DRIE PAROCHIES 13 april 2012

 

"Voeren”, de regionaam doet bij iedereen wel een belletje rinkelen. In de vorige bijdragen hadden wij het hier over de bewogen geschiedenis in eerdere tijden. Eind twintigste eeuw was het vooral de zogenaamde "taalstrijd” die tot hevige discussies leidde. Er werd daar veel gewandeld om standpunten duidelijk te maken. Ondertussen is de taalstorm gaan liggen. De streek is vredig. Zeker en vast, er zijn veel wandelaars maar ze zien er niet strijdlustig uit, wel sportief. Wij werden er overal in het Nederlands ontvangen, vaak door Nederlanders. Menig etablissement wordt er door Nederlanders uitgebaat. Wij schreven het al, het landschap is prachtig, glooiende hellingen, zachte valleien. Overal in de nu nog kale bomen tekenen grote bollen maretak zich af tegen de lucht.

 

Toch even iets over de taalstrijd.

 

DE HUIDIGE SITUATIE

 

Het resultaat van het politieke touwtrekken is gekend: na de parlementaire beslissing van 1962 werden de Voerdorpen in 1963 administratief bij de Vlaamse provincie Limburg ingedeeld, maar met faciliteiten voor Franstaligen. Paradoxaal genoeg betekende deze status niet dat er een taalvrede tot stand kwam en dat de verfransing werd teruggedrongen. Integendeel zelfs! De overheveling werkte precies als een katalysator, waardoor op amper 25 jaar tijd de helft van de bevolking is geëvolueerd tot werkelijke Franstaligen, die vaaks zelfs uitgesproken Vlaamshatend zijn. We kunnen daar diverse redenen voor aangeven. De Limburgse en nationale overheid begrepen in het begin niet de ter plaatse heersende mentaliteit en onderschatten bijgevolg de ernst van de verfransingsdruk. Hun houding was er een van: "Het zal wel koelen zonder blazen." Maar dat gebeurde niet! De Waalsgezinden slaagden er integendeel juist in hun posities te consolideren door bijvoorbeeld een Franstalig lager onderwijs uit te bouwen. Daardoor werd het fundament van een Franstalige gemeenschap gelegd, wat een onomkeerbare situatie heeft teweeg gebracht.

 

Een tweede reden is dat vanuit Wallonië nooit vrede is genomen met het in 1962 tot stand gekomen compromis. Hun onvrede sloot aan bij die van de plaatselijk sterkste dorpspartijen. Plaatselijke notabelen en hun Luikse beschermheren zijn er dan ook in geslaagd op de plaatselijke dorpspolitiek de nationale tegenstellingen te enten. Daar veranderde weinig aan toen in 1977 tot één gemeente Voeren werden samengevoegd. De Vlamingen bundelden hun krachten in de partij 'Voerbelangen' en de Luiksgezinden deden hetzelfde in 'Retour à Liège'.

 

De Waalse druk riep ook vanuit Vlaanderen een sterkere reactie op. Die culmineerde in de berucht geworden 'TAKwandelingen' van 1979 tot 1981, bedoeld als uiting van een Vlaams 'aanwezigheidsrecht' in Voeren. Ze vielen samen met een verhoogde agressiviteit van een groep Franstalige jongeren in de Voerstreek, die in de figuur van José Happart hun leider vonden. Een verandering van de situatie heeft de soms bloedige confrontatie tussen beide partijen niet tot gevolg gehad. De stellingen in het taalpolitieke strijdperk zijn in Voeren zelf al lang ingenomen. Ze hebben het karakter van diep uitgegraven loopgraven, zodat terreinwinst maar heel moeilijk te boeken valt. De TAK-acties hebben de wederzijdse standpunten nog verhard en een eventuele wederzijdse toenadering zo goed als onmogelijk gemaakt. Men kan zich zelfs de vraag stellen in hoe verre deze harde acties van Vlaamse kant niet juist het fenomeen 'Happart' hebben mogelijk gemaakt. Hij is erin geslaagd zich in deze confrontatie op te werken als het Waalse boegbeeld, als het symbool van het verzet tegen de Vlaamse 'agressie'. Ook gematigde Luiksgezinden in Voeren steunden hem in dat verzet en stemden bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1983 massaal op hem.

 

Zoals de situatie er nu uitziet, is er wellicht geen oplossing voor het Voerprobleem. Tenminste niet in die zin dat de grote meerderheid — zowel van de plaatselijke bevolking, als nationaal gezien — er vrede mee zou kunnen nemen. De Voerstreek als 'ongerept Vlaams gebied' is op 25 jaar tijd een fictie geworden: het Luiksgezinde deel van de bevolking houdt aan de Franse cultuur vast als aan een verworven recht. Maar stellen dat de Voerenaars zich in meerderheid als Walen beschouwen, is ook onjuist. De helft van de bevolking — de ongeveer 15 procent Voerenaars van Nederlandse nationaliteit meegerekend — wil zich beslist niet laten verfransen.

 

Wellicht zal de evolutie in de toekomst sterk afhangen van de nationale politieke situatie. Misschien zal de bevolking zelf ook inzien dat een aansluiting bij Vlaanderen economische voordelen kan bieden. Per slot van rekening volgden in het verleden taalverschuivingen ook altijd de verschuivingen in de economische en politieke macht.

 

In een volgende bijdrage kan je meer lezen over Voeren en de interessante plekken.

 

Praktisch: 13 april 2012. Vertrek 8 uur. Sint-Pieterskerk Langdorp. Daar terug omstreeks 21 uur. Inschrijving verplicht: 016/56 54 55 of joseelehon@skynet.be

De bijdrage van 16 euro wordt rondgehaald bij het vertrek. Kinderen en jongeren gratis.

Alle info vind je ook op de site www.sintpieterlangdorp.be